Kan je je voorstellen dat een supporter van Feyenoord samen met een supporter van Ajax gezellig mosselen met frites zit te eten in hetzelfde café in Oostende? Dat zou de wereld op z'n kop zetten, en ik word bang van een wereld die op z'n kop staat. Er moeten lijken vallen, want dat hoort zo, omdat we met z'n allen van vlees en bloed zijn.
Niet alleen naast maar ook op het veld is het nu veel leuker dan het vroeger was. Herinner je de voorzet van Wilfried Puis vanaf links in de wedstrijd van Anderlecht tegen Slovan Bratislava in november 1968. Daar was toch helemaal niks aan. Als je daarmee vergelijkt de voorzet van Talan die Kluivert toeliet z'n tweede doelpunt te scoren tegen België in maart 2000, dan besef je pas hoe gunstig het voetbal als geheel is geëvolueerd.
Die Talan, die zal het nog ver schoppen, let op mijn woorden. Tenzij hij volgende week doodgaat in een ernstig mountainbike-ongeluk. Een jonge man, erg talentrijk ook, weggerukt uit dit bestaan in de bloei van zijn leven tijdens een ontspannend fietstochtje. Hoe erg. Nou ja, dan wordt maar een andere rechtsbuiten opgesteld. Zo gaat dat in het moderne voetbal: de ene rechtsbuiten is nog niet uitgeschakeld, of daar heb je al een andere. Ik liet daarnet overigens niet zomaar de naam Kluivert vallen. Die vind ik namelijk de beste spits ter wereld. De moordzuchtige blik in z'n ogen na alweer een doelpunt, hoe prachtig. Kluivert is ziedend van woede als hij een doelpunt heeft gemaakt, omdat door dat doelpunt het spel wordt stilgelegd en daardoor tijd wordt gestolen tijdens dewelke hij nog een doelpunt had kunnen scoren. Kluivert is een killer, en wat zou je anders zijn als je als spits bent geboren?
Iedereen doet altijd maar lyrisch over Johan Devrindt, Puskas, of Ove Kindvall, maar wat hebben die nou helemaal gepresteerd? Vooral de kopbal die Devrindt naast het doel knikte in de wedstrijd tegen Standard Luik zal ik hem nooit vergeven. En we hadden net een nieuwe televisie gekocht, zwart-wit dan nog. (Kleur bestond nog niet.) Op de koop toe was Puskas een Hongaar. Mijn grootvader waarschuwde ons altijd voor Hongaren. "Als je een Hongaar in de verte ziet verschijnen", ried hij ons aan, "vlucht dan weg, want die gasten kunnen helemaal niet vanuit de achterhoede de aanval opbouwen via het middenveld.' Ik beschouw Puskas dan ook terecht als een zeer overschatte voetballer.
Om over Eusebio te zwijgen. Dat was niet eens een Hongaar, wel een Portugees. Kijk uit voor Portugezen. Voor je het weet missen ze een penalty. En brf dat die voetballers waren vroeger. Gek werd ik ervan. Nooit hoorde je dat een van hen een Mercedes cabriolet in de prak reed, z'n moeder de kaak brak, of de vriendin van Paul van Himst bezwangerde. Oké, Jan Mulder kwam daar dicht bij, maar wat droeg hij? Een fucking condoom! Koorknaapjes waren het in die tijd! Trainers waren net zo goed van die mietjes. Neem de zogenaamd 'legendarische' Ernst Happel. Die knipte voor iedere wedstrijd keurig z'n nagels en na de wedstrijd kamde hij zijn haar. Ik zal jullie dit zeggen: Louis van Gaal knipt z'n nagels uitsluitend op donderdag, als er bijna nooit een wedstrijd is. (Wanneer hij z'n haar kamt, dat kan me aan m'n kont roesten.) Gelukkig is Ernst Happel dood, en leeft Louis van Gaal nog.Ik krijg wat van nostalgie. Je hoort hier in België nog steeds mensen met een krop in hun keel zeiken over de 'eerste zwarte in de Belgische competitsie (1961)'. Dat die een veel leukere zwarte was dan al de zwarten die we nu hebben bij elkaar bla bla bla. Bullshit ja. Die eerste zwarte in onze competitie was de saaiste zwarte die je je kan voorstellen. Hij droeg niet eens een bril zoals Edgar Davids. Welnee, hij had niet eens lippen zoals Michael Reiziger. Of een Porsche Turbo zoals E-mail M'penza. Wel had hij een minderwaardigheidscomplex, wat hem nog saaier maakte dan hij al was.
Ik haat mensen met minderwaardigheidscomplexen. In de kleedkamer van Sint-Truiden zat hij heel alleen in een hoekje, niet zelden te huilen en te verlangen naar weidse stranden, verre einders en het getsirp der ontelbare krekels. Probeer met zo iemand de buitenspelval te omzeilen! Als je hem vroeg: "Comment ça va, N'Gokki", dan antwoordde hij: "Sé pa, msjeu." Dat heeft nog in de krant gestaan, dus ik weet waarover ik spreek.
Natuurlijk weet ik waarover ik spreek. Ik volg het voetbal al sinds m'n zesde. Op school verzamelde iedereen prentjes van tafeltennissers, maar ik niet hoor, oh nee! Ik wilde prentjes van voetballers. Al mijn idolen waren voetballers, behalve in de jaren zeventig Jerney Kaagman, die echter naar het schijnt wel niet minnetjes kon badmintonnen. (Nu nog steeds begint mijn hart woest te kloppen als ik denk aan de op en neer wippende tietjes van Jerney Kaagman onder zo'n typisch strak badmintonshirt.)Waar had ik het over? Welja, dat ik sinds jaar en dag een voetbalkenner ben. Op een keer werd ik zelf bijna profvoetballer, maar m'n zwangere vriendinnetje wilde dat ik stopte met voetballen. Dat deed ik, en later had ik er verdomd veel spijt van, want ons kind werd dood geboren. Daar geeft een mens een heuse voetbalcarrière bij Sporting Lokeren voor op! En allicht was het niet bij Sporting Lokeren gebleven. Volgens mij zat er op m'n tweeëntwintigste gerust een transfer in naar Inter Milaan, Real Madrid, of Paris Saint-Germain, dat in 1979 de hele Franse voetbalcompetitsie op een hoopje speelde. Altijd wat met die Fransen. Enfin, m'n voetbalcarrière ging naar de haaien, en m'n vriendinnetje liet me in de steek voor een waterpolospeler. Ik wens nog iedere dag dat die klootzak verzuipt.
Ik blijf inmiddels wel bij m'n beginstandpunt: het voetbal is nu veel leuker dan het vroeger was, of heb ik dat al gezegd? Ik zou het honderd keer zeggen, en het daarna nog 'ns herhalen ook, zodanig ben ik van m'n gelijk overtuigd. Een Ajax-supporter die een Feyenoord-supporter neersteekt; de blik van Kluivert; de bril van Davids; de sportauto van E-mail M'penza, het kapsel van Louis van Gaal; de voorzetten van zo goed als wijlen Talan; de persconferenties van Robert Waseige; de Europese titel van de Belgen in de komende zomer; het einde van de carrière van Luc Nilis; de verschrikkelijke beenbreuk die Rivaldo te wachten staat; en zo kan ik nog een miljoen dingen opsommen die het voetbal van onze tijden veel boeiender en spannender maken dan dat uit de tijd toen Johan Devrindt die enorme kopbalkans miste, de klootzak.
Haalt het voetbal de tweeëntwintigste eeuw? Als je mij bezig hoort kan het niet anders.
This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS
created on 26-05-2000 - last updated on 15-07-2002