Herman Brusselmans over 'Het Spook van Toetegaai'


Herman Brusselmans' nieuwe roman heet Het Spook van Toetegaai en is andermaal een hoogst amusante potpourri van semi-autobiografische beschouwingen, ongebreidelde kolder en ingenieuze literaire spelletjes. Maar er is meer: je ziet er nog flarden in van een heuse plot, met een messentrekker en een zoektocht naar de dader. Hoe zit dat, Herman?

 

Brusselmans: Ik was eigenlijk van plan om een echte, spannende thriller te schrijven, maar dat is mislukt. Ik had honderdvijftig pagina's, en het was meer en meer aan het verzanden in een soort van parodie. Ik wist er geen weg meer mee, het ging mij niet af. Als je een thriller situeert in het jaar 2005, en er wordt een moord gepleegd, dan komt daar enorm veel bij kijken. Ik zit op tv wel naar CSI te kijken en zo, maar die DNA-onderzoeken en dat gedoe, daar heb ik te weinig kennis van. Dus moet ik eerst die kennis zien te vergaren, maar daar heb ik het geduld niet voor. Ik moet kunnen schrijven, in plaats van op het internet vanalles te zitten opzoeken of deskundigen te gaan raadplegen. Dat ging dus niet. Toen dacht ik het ei van Columbus gevonden te hebben. Ik zou aan een nieuw verhaal beginnen en het situeren in de jaren vijftig. In die tijd bestonden die forensische technieken allemaal nog niet, toen had je nog Maigret die aan zijn pijp lurkend de kamer binnenkwam en de moordenaar aanwees. (lacht) Maar ja, dan moet je ook weer vanalles beginnen op te zoeken. Wij hebben thuis altijd een Simca Ariane gehad, en dus liet ik een personage met zo'n auto rijden. Nu speelde het verhaal zich af in 1957, en toen ik het voor de zekerheid even opzocht, blijkt die auto maar bestaan te hebben vanaf 1958. Tja, dan moest ik op den duur een soort historicus worden die alles weet over 1957.

GUIDO: Maakt het uit of die auto al of niet bestond?

Brusselmans: Eigenlijk wel. Dat maakt voor mij een thriller ook vaak tot een goede thriller, als alles klopt. Enfin, ik ben er dan maar mee gestopt, ook al omdat ik geen weg wist met die plot. Ik heb er gewoon het talent niet voor om een thriller te schrijven.

GUIDO: Omdat je geen verhaal kan verzinnen?

Brusselmans: Eigenlijk kan ik dat wel, maar ik vind al die verhaaltjes zo afgezaagd. Alle verhalen zijn al duizend keer verteld. Louis Paul Boon heeft dat vroeger ook gezegd. "Alles is al verteld, dus wat moet je doen? Het opnieuw vertellen." Nu wil ik dat wel doen, maar met op de achtergrond toch altijd de vraag of de literatuur eigenlijk haar beste tijd niet heeft gehad. Als in mijn boek een kind wordt ontvoerd, verklap ik dat al vele pagina's op voorhand. Dat soort trucjes, dat soort spelletjes, gebruik ik om de literatuur in haar blootje te zetten. Er zijn lezers die dat fantastisch vinden, maar er zijn er ook die zich op hun pik getrapt zullen voelen.

GUIDO: Het Spook van Toetegaai staat vol fictieve namen van personages, rocknummers en -groepen, cafés, Brusselmansromans, whiskymerken, noem maar op.

Brusselmans: Die namen komen al schrijvend. Ik speel voortdurend met de werkelijkheid en de fantasie. Ik amuseer mij daarmee, want ik moet me kunnen amuseren terwijl ik schrijf. Het verzinnen van groepsnamen is al heel mijn leven een hobby van mij. Ik heb al duizend keer een rockgroep opgericht, vandaar. (lacht)

GUIDO: Er staat een klein badinerend stukje over Dirk Bikkembergs het boek. Durf je dat nog aan, iemand uit de modewereld aanpakken?

Brusselmans: Ach, die Bikkembergs komt verder in het boek niet voor, dat is maar een detail. Maar ik vond het wel interessant, als je denkt aan de 'Zes van Antwerpen', die wereldberoemde ontwerpers met hun high-brow kleren... Je moet al wat geld en status hebben om dat soort mode te kunnen dragen, en opeens blijkt die Bikkembergs op een punt gekomen te zijn dat het grootste schorremorrie rondloopt in zijn kleren. Dat moet de originele liefhebbers van zijn ontwerpen toch enigszins afschrikken. En ik vraag me dan af hoe zo'n Bikkembergs zich daarbij voelt. Kan het hem niet schelen wie zijn kleren draagt en is hij blij dat hij eindelijk het grote geld vangt, of zou er toch iets wringen als hij nu al die Johnny's ziet rondlopen in Bikkembergs-truitjes? Dat is alles. Ik wou geen statement doen over Bikkembergs, wat indertijd met Ann Demeulemeester wel de bedoeling was.

GUIDO: En jij? Hoe zou jij je voelen als op de Boekenbeurs plots een gevaarlijk percentage Johnny's komt aanschuiven voor een handtekening?

Brusselmans: Dat gebeurt. Mijn publiek is toch redelijk ruim. Johnny's misschien niet direct, maar er zitten wel veel nerds tussen. Maar ja, wat moet ik doen? Ik kan toch niet zeggen: "Jij krijgt geen boek, want je ziet er niet uit alsof je mijn boeken gaat snappen." Alhoewel, dat zou nog opzienbarend zijn, eigenlijk. (lacht) Nee, ik trek het mij niet aan.

GUIDO: In 2006 komt er nog een novelle, en daarna wil je een paar jaar uit de schijnwerpers verdwijnen.

Brusselmans: Ik voel me de laatste tijd fysiek minder in staat om veel te produceren. Ik wil het wat rustiger aan doen om mijn lichaam en geest een beetje rust te gunnen. Vroeger was het echt een punt voor mij: ik moest twee boeken per jaar hebben. Die zaten erin en die moesten eruit. Ik vond het zelfs te weinig, twee boeken per jaar. Die drang is wat verdwenen.

GUIDO: We zullen geduld oefenen...

 

(HDP)

 

Bron: Guido - Student Portal: 29 september 2005

This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS

created on 05-10-2005 - last updated on 05-10-2005

You're visiter number since 05-10-2005