Bonoboblues
Jane heeft zo van die dagen dat er echt geen huis mee te houden is: zegt ze me daar terwijl ik half ontwakend en met een erectie die stilaan drie kwarts van zijn maximum grootte benadert – dus zo’n centimeter of vijfentwintig – “oh Tarzan, laat me gerust; “k heb koppijn, mijn buik doet zeer, ik bloed”.
Bloedende vrouwen zijn als kakkerlakken die kakken: ge krijgt er het schijt van. Ik dus maar achter zo’n bonoboaapje aan, kwestie van m’n dag niet helemaal verpest te zien. Val ik me daar toch niet van zo’n liaan zeker bij het krabben aan m’n kruis. Wreed ongemakkelijk. Uit solidariteit met mijn vrouwe begin ik dan maar mee te bloeden. Gelooft het of niet, maar komt er daar net een stofzuigerverkoper aan; over bloedzuigers gesproken. Wat heb ik nu aan een stofzuiger ? Mijn boomhut bevindt zich 20 meter boven de begane grond en de vloer bestaat uit gedroogde klei, weze het wel gesprenkeld ende doordrenkt met een witte beaujolais van ’98. Zeker zes flessen heb ik daar aan besteed. Een goede belegging, zo werd mij verteld door de hoofdman van de Lilliputterstam die mijn contreien bevolkt. Lilliputters zijn doorgaans klein, maar deze stam overtreft de stoutste verwachtingen, als men voor ogen houdt dat deze hopman slechts vijf maal groter is dan de lengte die ik vermeldde in regel drie van deze column.
De maximumcapaciteit van die nieuwe stofzuiger bedroeg dan ook drie Lilliputters en twee Bonoboaapjes (van de vrouwelijke kunne; niet bezwangerd). Niet slecht voor een stofzuiger. Toen ik nog in Vlaanderen woonde kreeg ik ook af en toe zo’n grote lichten aan m’n voordeur die één of andere nieuwe vondst aan de man of vrouw trachtten te brengen: om de zoveel jaren was het ‘keus’ en dan kwamen de toekomstige verkozenen des volks uiteraard langs om hun blijde boodschap te verkondigen; maar ook de Jehova’s getuigen vonden mij vaak thuis. Helaas wel meestal terwijl ik zat te schijten op mijn gemak; dat is wreed ambetant: ge moet dan eerst uw gevoeg doen, u proper maken en dan in allerijl naar de voordeur gaan om te zien wie er nu weer aan de deur staat om een handtekening te vragen. Staat er dan zo’n klojo van de zuiverste soort met een ‘cravat’ van 15 jaar terug, die u aanspreekt met de heilsboodschap of ge geen boeksken wilt kopen over Jezus en de 10 geboden. Ik verzeker u: na zo’n bezoek gaat het schijten veel gemakkelijker. Zo’n boeksken helpt dan wel om uw gat af te vegen. Dat bespaart WC-papier.
Om terug te komen op die stofzuigerverkoper: die stond er dus op om een gratis testbeurt te doen. Gelukkig voor hem werkte die stofzuiger op pindanootjes (de techniek staat voor niets) en had ik net een grote voorraad ingedaan. Zoog die vent toch niet heel mijn vloer weg zeker: gedaan met peuteren in mijn neus en het daaropvolgend mikken op de vloer ! gedaan met stampen op de vloer van woede omdat Jane weer eens haar kuren kreeg ! gedaan met dat alles. Dit heerschap overtuigde mij dan wel van de zuigkracht van zijn stofzuiger, ik vond hem laag bij de grond, zeker toen ik daar op tuimelde nadat hij mijn met wijn doordrenkte vloer had weggezogen.
Een mens zou voor minder de bonoboblues krijgen.
Met dank aan Herman Brusselmans Junior
created on 14-07-2002 - last updated on 14-07-2002