Herman Brusselmans in Mediator
Mediator is het huisblad van
ZonMw en de Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (FMWV).
Het verschijnt acht maal per jaar en biedt actuele en algemene informatie over programma’s en andere activiteiten,
subsidienieuws en achtergrondartikelen op het brede terrein van gezondheidsonderzoek, ontwikkeling en implementatie van
vernieuwing in de gezondheidszorg.
In maart 2004 brachten ze een special uit onder de titel "Verslaving". Daarin stond een column van Herman Brusselmans
met als titel: "Verslavingen".
Het volledige nummer is hier te vinden als pdf-file (1.8 Mb).
Ik heb in m’n leven ettelijke verslavingen achter de rug. Drinken, roken, seksen, duimzuigen, fluiten, woorden achterwaarts
uitspreken, auto’s tellen, poetsen en dingen ontkennen. Ik ben van al deze verslavingen af, behalve roken. En duimzuigen,
hoewel ik dat tegenwoordig eerder een hobby noem dan een verslaving. Ik kan ermee stoppen wanneer ik wil. Er gaan dagen
voorbij zonder dat ik duimzuig, meestal in de winter, als ik handschoenen draag. Ik heb een paar seizoenen lang ook in de
zomer handschoenen gedragen, maar een echte verslaving is handschoendragen gelukkig niet geworden.
Auto’s tellen, daar raak je moeilijk van af. Er zijn ook zoveel auto’s. Vaak zie je zelfs dezelfde auto meer dan eens,
met name een of andere gast die probeert een parkeerplaats te vinden en vijf keer het blokje omrijdt. Meestal hield ik zo
iemand tegen en vroeg ik om op te houden met het blokje omrijden. Daar kwam wel eens slaande ruzie van.
Ik heb tien jaar gefloten, meestal als ik poetste. Ik heb dan ook tien jaar gepoetst. Ik poetste alles, ook nog
alfabetisch. Ik begon met het aanrecht en eindigde bij de zwabber. Je zal zeggen, een zwabber poetsen, dat is toch niet
helemaal normaal? Vertel mij wat. Op een bepaald moment besloot ik m’n zwabber weg te gooien. Maar zonder zwabber poetsen,
dat is bijna niet te doen. In 1994 raakte ik echter om een of andere reden tegelijk van m’n fluit- en poetsverslaving af.
Ik zal die dag nooit vergeten.
Woorden achterwaarts uitspreken heb ik nooit gedaan. En dingen ontkennen evenmin. Of ja, toch wel. Maar niet lang. Nou,
toch een jaar of zes. Niet waar.Wel waar.
Een verslaving die langer duurde was seksen. Van m’n zeventiende tot m’n veertigste was ik erdoor bezeten.M’n eerste
echtgenote zal het geweten hebben. Minstens drie keer per dag had die seks, waarvan vaak twee keer met mij. Ik kon haar
ontrouw op den duur niet meer aan, en we scheidden. Op die manier moest ik de seks elders gaan zoeken. Ik heb een tijdje
masturbatie geprobeerd, doch ik miste daarbij de tederheid die ik in een seksuele relatie zo op prijs stel. Dan maar een
prostituée. Haar naam was Rita, en ze kon me zeven keer na mekaar doen klaarkomen. Dat vond ik veel te veel en langzaam
bouwde ik m’n seksuele activiteiten af. Daar ging ik mee door in m’n tweede huwelijk, zeer tot ongenoegen van m’n tweede
vrouw. ‘Wanneer ga jij eindelijk ‘ns stoppen met het afbouwen van je seksuele activiteiten?’ vroeg ze geregeld. En zo besefte
ik op den duur dat ik verlost was van m’n seksverslaving. Nu hebben m’n vrouw en ik nog één keer seks om de twee weken,
maar dan wel zeker twintig minuten aan één stuk door, dus ik vind dat m’n vrouw maar ‘ns moet ophouden met klagen.
Van de drank ben ik ook af. Ik heb twintig jaar lang zeer veel gezopen. Ik was alleen nuchter bij het drinken van de eerste
zeven whisky cola’s, al herinner ik me van die nuchterheid weinig. Vanaf de achtste whisky cola werd ik vrolijk, vanaf de
twaalfde teut en vanaf de zestiende kreeg ik de neiging om te kakelen en eieren te leggen. Ik heb daarmee nog de regionale
televisie gehaald, maar prettig was anders. Met name dat kakelen vond ik van lieverlede steeds minder bij m’n imago
passen. Op zeventien december sprak ik de woorden: ‘Ik stop met drinken.’ Het was dronkemansgelal, maar op twaalf
november zes jaar later stopte ik effectief. Dat wou ik vieren met minstens zestien whisky cola’s maar ik kon me bijtijds inhouden.
Nu dat roken nog. Dat is de ergste verslaving die er is. Zestig sigaretten per dag, het is geen kattenpis. Ik heb al
alles geprobeerd om er korte metten mee te maken, bijvoorbeeld achttien uur per etmaal slapen, zodat er maar zes uur
overbleef om te roken. Zestig sigaretten in zes uur, dat valt verdomd niet mee. Ik blijf m’n best doen.
Gelukkig heb ik nooit harddrugs gebruikt. Coke, horse, xtc, crack, rock, ice, het is allemaal voor mietjes. En cannabis
is voor leuke mensen. Ik ben helemaal geen leuk mens. Ik ben een ex-alcoholicus die duimzuigt. Leuk is anders.
Bron : Mediator : maart 2004
This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS
created on 23-01-2005 - last updated on 23-01-2005