Berry Tunderman over Brusselmans

Vinyl - juni 1984

'Schrijven is geen werken, je kunt er gewoon bij blijven zitten. Prei planten en spitten, dat noem ik werken.' Merkwaardige woorden voor iemand die in hetzelfde gesprek zegt veertig bladzijden per dag te schrijven zodat hij een voorsprong van jaren op zijn uitgever heeft. Maar zowel schriftelijk als mondeling is bij de Vlaamse romancier Herman Brusse/mans de ironie moeilijk van de ernst te onderscheiden. Na zijn debuut vorig jaar met de absurdistische, surrealistische verhalenbundel Het Zinneloze Zeilen, waarmee hij bestempeld werd als de literaire Kamagurka schreef hij twee romans die hij slechts geschikt vindt voor posthume publicatie. Onlangs verscheen de roman Prachtige Ogen, intussen probeert hij de lezers van De Zwijger -zoals het hoort- het lezen zuur te maken met een wekelijkse column in dit satirische blad waarin hij veelvuldig zijn eigen pennevruchten aanprijst. Na het gesprek zal hij het publiek op een avond georganiseerd door One World Poetry in Amsterdam een voorproefje geven van zijn volgend jaar te verschijnen roman De Man Die Werk Vond. In Prachtige Ogen beschrijft hij een dag uit het leven van de spoorstudent Julius Cramp die in plaats van de colleges Germaanse Filologie te volgen aan de Gentse universiteit de tijd slijt met dronkemanspraat, vooral over literatuur en liefde, met studiegenoten in de kroeg. Zijn belangrijkste besluit is die dag niet naar huis terug te keren, het spannendste gegeven dat hij met een zware revolver in zijn binnenzak loopt die hij van een militair gejat heeft. Daartussen veel jongeherenleed, weer absurde situaties en originele observaties geschreven in een taalt je dat een treffende gelijkenis vertoont met dat van Salinger's Catcher In The Rye. 'Zo het al plagiaat is, is het bewust gedaan, het is een gimmick. Ik vind dat een goed boek, lees het twee keer per jaar. Op een gegeven moment maakte ik de keuze hetzelfde boek te schrijven, maar dan op mijn manier. Het is niet zonder risico natuurlijk, maar om de critici het gras voor de voeten weg te maaien noem ik het uitdrukkelijk in het boek. Ik heb het in één ruk gedaan, in tien dagen. Dat moet ook, want als je het laat liggen ga je weer bladeren in Salinger. Op een paar godverdommes na had ik ook meteen de definitieve versie. '
In tegenstelling tot de verhalenbundel heeft de roman een hoog werkelijkheidsgehalte; aan de hand van de biografische gegevens kunnen we een gelijkenis tussen Brusselmans en Cramp niet uit de weg: beiden waren in de beschreven tijd (1977) student in hetzelfde vak aan dezelfde universiteit, beiden in de bloei van hun leven (begin twintig). Brusselmans verklaart het nader: 'Die leraar Rix is een bestaande figuur en die personages waren allemaal vrienden van mij in die tijd. In dat café De Poorte heb ik zo'n twee jaar dagelijks geleefd en die betogingen zijn ook echt gebeurd, maar in de uitwerking wordt alles samengedrukt tot één dag om een beetje actie in het boek te krijgen. Het is wel erg realistisch voor mijn doen. Ik heb het ongeluk dat ik zo'n normaal leven leidt ten opzichte van mijn personages; ik heb een enorm goed huwelijk, een baan als bibliothecaris, kan bijtijds stoppen met drinken, dat is vanuit literair standpunt gezien jammer. Want ik moet alles steeds een extra duwtje geven naar de rand van de depressie, de wanhoop en het zwarte gat.' Dat gaat met grappen als: 'Hij vertelde hoe knap hij die Linda Ronstadt wel vond in een nat T-shirtje. Hij had daarvan een foto gezien in één van de dozijnen niet te vreten weekbladen. Hij had het de hele week over dat nat T- shirtje en dat ze geen beha aanhad onder dat nat T-shirtje want dat hij de tepels kon zien doorheen dat nat T- shirtje. 'Koop dan ook een nat T- shirtje,' zei ik, 'identificatie met je idool enzo.' 'Godverdomd, dat doe ik.' zei Boutsen.'
'Ik heb ook de één na de ander, maar met boeken over depressies kun je de straten plaveien. En ik hanteer nu eenmaal graag ironie, en dan het liefst zelf-ironie, de huilende clown, je kent het wel,' zegt hij. Vooral in de verhalenbundel steekt hij de draak met gevestigde literaire principes en theorieën: onmogelijke perspectiefgrapjes en gestrooi met Freudiaanse symbolen alsof het Sinterklaas is. Niet zonder bedoeling: 'Hermans zei dat het een belang moest hebben wanneer er ook maar een mus van het dak viel in een verhaal. Mij interesseert dat niet, maar het schoot me onder het schrijven te binnen, dus liet ik meteen een mus van het dak donderen. Ook dat gezever dat een ik-verteller dát wel en dát niet kan weten, een ik-verteller bestaat niet, het is de schrijver die bestaat. Het Zeilen als symboliek voor de sex bedrijven heb ik daarachter aan gepast, toen ik eens wat las als Met De Mast Omhoog, dat is de gek houden met de Freudiaanse symboliek.'
Na de voorlezing uit zijn volgende roman kan geconcludeerd worden dat deze ook weer voornamelijk over Gekte & Geweld zal gaan. 'Waar moet je anders over schrijven,' verzucht Brusselmans, 'ik hoef mezelf weinig geweld aan te doen om over gekte te schrijven, dat ligt me het best.'

Bron: Vinyl - Nummer 6 - juni 1984

This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS

created on 13-10-2004 - last updated on 13-10-2004