De kus in de nacht

De kus in de nacht


Met De kus in de nacht heeft Herman Brusselrnans de prachtigste roman geschreven die ooit is gepubliceerd. Of om het in zijn eigen woorden te zeggen:' ja, het is me de roman wel.' Doch waar handelt dit boek over? Je zou kunnen zeggen dat het boek met name gaat over de liefde, vriendschap, onverschilligheid, seksualiteit, oorlog en vrede, konijnen, goedmoedigheid, angst, de ontoereikendheid van doktoren, geld, motorfietsen; lafheid, moed, paniek, schoonheid, vrouwen, de literatuur, Lauren Flamm; het wachten op de oneindigheid, voorwaardelijke ambities, onpeilbare vemoeidheid, een reis naar de Jura, de moeilijkheden bij de pogingen tot exploitatie van de nieuwste technologieën, de goede kanten van de bourgeoisie, regendansen, de troost der fantasie, Louis Armstrong; het. toerisme op het water, ijsberen en neerzitten, de hartverscheurende keuze tussen roken en niet roken, de toekomst van Chiquita en Kawasaki, ziekenhuis- en gevangenisbezoek, genialiteit en zelftwijfel, kano's, onderhuidse beestjes, de uitvinding van de pet, de rol van personages, een benefietavond in Evergem, jeugd en geheugen, kampvuurmemorabilia, foto's in Playboy, rare klankreeksen, werkelijkheid en stilistiek, een aap met een hoedje op z'n kop, het geheugen als gruis, vrienden en buren en kennissen en vreemden, gesloten bloemenwinkels, de eenheid der volkeren, een mes in het zachte vlees, en de dingen die ertoe doen.

De hoofdpersonages in deze onherroepelijke mijlpaal der letteren zijn Herman Brusselmans, Phoebe en Woody. Verder zijn er ongeveer honderdtwintig bijpersonages, zowel mensen als dieren. Samen zorgen zij voor een literaire wereld van verschil die zijns gelijke niet kent. De lezer wordt meegetrokken in een universum van gebeurtenissen, ideeën, gedachten, schijnbetekenissen, virtuele hologrammen, tactieken, herroepingen, en vooral veel woorden, dit alles in een hoogst begrijpelijke taal. Humor en ernst vechten om voorrang, vulgaire alledaagsheid en hogere filosofie binden de strijd aan, en de schrijver wint het pleit met zo veel glans en bravoure dat de lezer ademloos of hyperventilerend achterblijft. Tussenwegen zijn er niet.

 
Uitgeverij: Prometheus
Verschenen: februari 2002
Uitvoering: paperback
Formaat: 23 x 15 cm.
Prijs: 19,25 Euro
ISBN: 90-446-0126-1


En de mens, hij zwatelt voort

Herman Brusselmans gaat breed in ’De kus in de nacht’

H,,Ik heb alweer niks te melden en dat zal ik doen in een pagina of zeshonderd à zeshonderdvijftig, we zullen zien.” Zeg niet dat Brusselmans het niet gezegd heeft. Hij zegt het immers wel, meteen al op de eerste bladzijde, in de eerste zin van zijn nieuwe roman. In ’De kus in de nacht’ betoont hij zich heer, meester en niet zo'n beetje slaaf van een volslagen absurd, voor de gelegenheid royaal uitgesmeerd universum. In zijn ongeëvenaarde stijl geeft hij zich honderden bladzijdes lang over aan de ,,in zichzelf volmaakte plotloosheid van het zijn”, om met de Russische auteur Vladimir Makanin te spreken.

Leeggangers

Niets te melden, geen plot – maar wat dan wel? Beuzelarijen. Beuzelarijen en banaliteiten, eindeloos herhaald en tot in den treure beschreven. Filosofietjes, hersenspinsels, fysiek malheur. Seks en wufte dagdromen. ,,Groots en meeslepend wil ik leven”, stellig mevrouw, maar in de praktijk zijn het helaas de trivialiteiten die de karige kleefpasta van het bestaan uitmaken en knelt het korset van de tijd. Zegt Herman Brusselmans (zo heet de ikfiguur) tegen kornuit Hakan: ,,Neem nu ons. Bijna iedere dag zitten we hier, en wat vreten we uit? Geen reet. We zitten hier, we praten onzin, we drinken koffie verkeerd of water of jij een witte wijn of een raki en we roken ons te pletter (…) Alternatieven zijn er niet. Picasso speelde de hele tijd pingpong en Bono Vox probeert de wereldvrede te installeren. Zijn ze niet dezelfde leeggangers als wij?” Men kan zich zijn lot toeëigenen, een karige, evengoed niet te verwaarlozen schadeloosstelling. Brusselmans: ,,Als ik sterf zal ik een leven hebben gehad, (…) een leven dat niet zomaar moet worden weggewuifd (…) Men zal mij nooit kunnen verwijten dat ik mijn lot als menselijk wezen niet met respect heb behandeld.”

Hamvraag

Is bij zoveel zinledigheid het leven nog leefbaar? Waarom überhaupt de moeite nemen om een boek te schrijven? ,,Het is een feit dat de meeste dingen die in een boek staan er evengoed níet in hadden kunnen staan,” beaamt Brusselmans. ,,In ontelbare boeken had alles er evengoed niet in kunnen staan. En toch dachten de schrijvers van die boeken continu: ’Ja, dit moet er zeker in!’ Ik ben zelf het soort schrijver dat denkt: ’Dit moet er in feite niet in, en toch zet ik het erin, wie ligt er godverdomme wakker van.” Hetgeen voert tot de hamvraag: maakt het uit of een boek van Brusselmans twee- of zeshonderd pagina’s telt? Neen, moet het antwoord luiden. Wie zich niet waagt aan de dunne Brusselmansjes vindt in de dikke geen meerwaarde. Wie smult van de dunnetjes zal genietend het einde van de dikke halen, maar al evenmin veel meerwaarde ervaren. De reden hiervoor schuilt hoofdzakelijk in de wijze waarop de Vlaming zijn thema’s zichtbaar maakt. Niet door ze concreet te benoemen, maar door de vorm waarin hij de roman giet, de schier eindeloze reeksen van ijdele handelingen en stompzinnigheden. De werking die daar van uitgaat laat zich bij tweehonderd bladzijden reeds prima gevoelen.

Vunzige buikwind

De traditionele romanvorm schiet evenwel tekort. Die is ingegeven door de westerse rede, en drijft op de gedachte dat er zoiets bestaat als een ’waarheid’ die gekend kan worden. Dat soort waarheden, en de rangorde die ze veronderstellen, lijken aan Brusselmans matig besteed. In een zinledig universum heerst het principe van de gelijkwaardigheid. Het laten van een natte scheet doet niet onder voor het houden van een slim betoog. De Vlaming mag beide graag doen, roept met vunzige buikwinden rel na rel over zich af, scheldt dat het een aard heeft en hangt het volgend moment met kennelijk genoegen de moralist uit. ’Pitface’, zijn vorige roman, mag gelden als een inktzwarte illustratie van deze diabolische mix.

Bekentenisliteratuur

Wie al eens een boek van Brusselmans las, herkent inmiddels enige constanten. Het wordt hem soms verweten: dat hij sinds zijn debuut, ’Het zinneloze zeilen’ (1982), wel heel nadrukkelijk varieert op een beperkt aantal thema’s. De vraag is of het hier handelt om een zwaktebod. De redenering dat Brusselmans recht wil doen aan een apert nihilisme snijdt evenzeer hout. Het doorprikken van mythen, het blootleggen van mechanismen en de gedurige relativering zijn vanuit die optiek geen vrijblijvende maniertjes. Ze vloeien voort uit een interne logica. Evenals klaarheid ten aanzien van de motieven: de lezer wil vermaakt worden, ik vermaak hem. En verdien op de koop toe een aardig belegde boterham. De lezer wil bekentenisliteratuur? Voilà! Maar dan wel in de meest gezwollen variant. De ik-roman die het verschil maakt, alle foefjes en technieken ontsluiert, de hele trukendoos in één keer omkiept.

Beschavingsziek

Dus drinkt antiheld Brusselmans nog een koffie met zijn vrienden, bezoekt wederom Lauren Flamm (wier ’bollen’ hij ooit hoopt te mogen zien), of zijn chiropractor. En hij zwatelt. Over voetbal, motoren, kabelleggers en bananen. Of over de toestand in de wereld, die trouwens opvallende parallellen vertoont met de wereld die we kennen van het nieuws. Denkelijk is ’De kus in de nacht’ de eerste roman waarin wordt gerefereerd aan de aanslagen op het WTC. Hij kamt trends af en schoffeert hedendaagse sterren, Arnon Grunberg voorop. ,,We hebben het thans over een maatschappij die dobbelt en alleen nog nullen gooit.” Zo dendert de beschavingszieke Vlaming voort, als een speelgoedkonijn op batterijen ambras makend, en komt al met al tot weinig of niets. Zoals de mens in het algemeen komt tot weinig of niets. En tenslotte maar sterft. Gewoonlijk niet eens van ellende.

Nick J. Swarth

This page was created by Erik 'PalmBoy' RAEYMAEKERS

created on 14-07-2002 - last updated on 03-03-2008