Bloemen op mijn graf | Rouge Royal, België |
Herman Brusselmans | Gebeiteld, geschaafd, gepolijst |
1998, Prometheus, p 49-50 | 18 x 26 x 9 cm |
Zomer, Oudburg, 1993, IV | Zwalm, 2007 |
Te warm om te vrijen | Te warm om te slapen |
Maar nooit te warm om | Maar nooit te moe om |
te praten. | te praten. |
Dus daar ga ik weer. | ‘Wat is het warm. Zal je mij |
‘Wat is het warm. | verlaten? Ik wou dat het koud was |
Hou je van mij? | Ik wou dat ik oud was.’ |
Ik wou dat ik dood was.’ | En zij, de allerlaatste hoop, |
En zij | ‘Ja, het is warm. Nee nooit verlaat |
de lieve lieve | ik jou En wat is het ineens toch |
‘Ja, het is warm. | fris. En wat ben je eeuwig jong.’ |
Ja, ik hou van jou | Liefdesnachten |
Nee, ik wou dat je | |
niet dood was.’ |
You're visiter number since 04-02-2007